Historie Windmolens-Putten

1800 -1900

Putten telde vroeger vier korenmolens en een poldermolen

Reeds in 1556 verkrijgt de kellenaar als privilege, verleend door de koning (van Spanje), het recht om bij de Groevenbeek, waar eertijds (!) een watermolen was, een windmolen te bouwen. En in 1557 krijgt de kellenaar het recht om een windmolen in de Putter Eng (bij de OLV-beuk) te bouwen. Mogelijk is deze laatste een voorganger van molen ’t Hert. De molens vormen de oudste gemechaniseerde bedrijfsvorm in Putten.

Van de Allermolen weten we alleen waar deze gestaan heeft, dat het een wind- én watermolen was en dat deze rond 1830 is verdwenen. De Broekermolen is in 1852 gebouwd ter vervanging van de Allermolen. De Broekermolen is in 1935 afgebrand.

Molen ‘De Vier Winden’ is in 1829 gesticht door molenaar Teunis Drost. Later is de molen het eigendom van drie generaties Huisman. In 1926 is de bovenbouw afgebrand. De onderbouw is tot 1978 gebruikt door enkele bedrijfjes. In 1978 is deze gesloopt om plaats te maken voor woningen.

Molen ’t Hert dateert van 1899 en is de vervanger van diverse afgebrande voorgangers. Wellicht is dit de oudste molenplaats van Putten en heeft het oude windrecht op deze molen betrekking.

In totaal hebben er 4 (!) korenmolens gestaan in en rond Putten. In de Arkemheense polder heeft een poldermolen gestaan.

  1. Polder Arkemheen, Hertog Reijnout
  2. Allermolen
  3. De Broekermolen
  4. De Vier Winden
  5. Het Hert

Polder Arkemheen, ‘Hertog Reijnout’

De eerste aanbeveling voor een windpoldermolen dateert uit 1820, want de problemen met de waterhuishouding werden steeds groter, en er verschenen verschillende rapporten. Pas op 19 oktober 1861 vergaderde het toenmalig polderbestuurover verbetering van de waterlozing, maar toen bleek er grote onenigheid te bestaan over het plaatsen van een windmolen of een stoomgemaal. Omdat een windmolen veel goedkoper was dan een stoomgemaal werd uiteindelijk hiertoe besloten. Op aanbeveling van de ontwerper van de molen ( A.J. Brevet) werd een schepradmolen gebouwd.

Op 24 juli 1862 werd door de dijkgraaf en de heemraden besloten dat er ook nog een windvijzelmolen moest komen. De eerste steen werd gelegd op 17 juni 1863 door dijkgraaf Frans van der Straten van Thielen. De naam van de molen verwijst naar de 14e-eeuwse verlener van het dijkrecht, Hertog Reijnout. De molen werd gebouwd door de Deventer molenbouwer W.F. Looman.

Naam Polder Arkemheen, Hertog Reijnout (1e)
Ligging 4,3 km NW der kerk, einde de Wiel, bij de zee
Plaats Nijkerk
Gemeente Nijkerk
Bouwjaar 1863
Verdwenen 1870 verbrand
Type Grondzeiler
Kenmerken Rietgedekt, stenen onderstuk
Aandrijving Windmolen
Functie Poldermolen
Inrichting Vijzel
Romp Achtkantig
Kruiwerk Bovenkruier
Bemaalde de polder op een reserveboezem, en zo op zee.
Verbrand door blikseminslag 9 juli 1870 en direct herbouwd.
Naam Polder Arkemheen, Hertog Reijnout (2e)
Ligging 4,3 km NW der kerk, einde de Wiel, bij de zee
Plaats Nijkerk
Gemeente Nijkerk
Bouwjaar 1870 herbouwd
Verdwenen 1883 afgebroken
Type Grondzeiler
Kenmerken Rietgedekt, stenen onderstuk
Aandrijving Windmolen
Functie Poldermolen
Inrichting Vijzel
Romp Achtkantig
Kruiwerk Bovenkruier
In 1874 sloeg de bliksem in de kap.
De verzekering dekte de schade en de molen werd herbouwd

In 1881/82 werd het stoomgemaal gebouwd. De molenromp diende als woning voor de stoker. Later werd deze vervangen door een grotere achtkantige dubbele woning. (thans nog te zien bij het stoomgemaal – zie: www.stoomgemaalnijkerk.nl)

1825 en 1916

Met het gedurig stijgen van de zeespiegel kwam de zee steeds dichter bij de voet van de Arkemheense zeedijk. Regelmatig veroorzaakten stormen dijkdoorbraken. Vooral de doorbraak in 1825 veroorzaakte een grote wateroverlast langs de gehele Zuiderzeekust van Friesland tot Amersfoort.

Ook de 20e eeuw is niet gevrijwaard gebleven van dijkdoorbraken. Bij de storm in de nacht van 13 op 14 januari 1916 is de zeedijk bij Nekkeveld en de Putterdijk doorbroken waardoor de gehele Arkemheense polder en de stad Nijkerk onder water liep. Pas na het afsluiten van de Zuiderzee is het gevaar voor grote overstromingen van de Arkemheense polder geweken.

Allermolen

Volgens de Gelderse Molen 1994 zou het om een watermolen gaan die bij de Schuitebeek zou hebben gestaan. Echter, uit de kadasterkaart valt op te maken dat het om een Standaardmolen zou gaan.

Naam Allersche molen
Ligging Nabij de Schuitebeek, Putten
Plaats Putten (Oldenaller)
Gemeente Putten
Bouwjaar onbekend
Verdwenen 1832
Type Onbekend
Kenmerken Onbekend
Aandrijving Onbekend
Functie Korenmolen

Onderstaande scans zijn wellicht lastig te lezen. Doe een beetje uw best e.e.a. te ontcijferen; het is zo de moeite waard!

De Broekermolen

De molen is gebouwd in buurtschap De Hoef in 1852 door Gijsbert Gerrit van Eden. De molen stond 4 km ten westen van Putten. De molen verdween in 1935 nadat hij was getroffen door blikseminslag.

Volgens Ten Bruggecate werd de molen reeds in juli 1929 gesloopt, en was hier daarna een maalderij.

Voor 1876 werd deze molen “De Hoop” genoemd in historische stukken.

Broekermolen, omstreeks 1929

Naam De Broekermolen/ De Hoop
Ligging buurtschap Hoef
Plaats Putten
Gemeente Putten
Bouwjaar 1852
Verdwenen 1935 (verbrand)
Type Grondzeiler
Kenmerken Onbekend
Aandrijving Onbekend
Functie Korenmolen

 

Het graan dat de boeren rond Putten verbouwden, werd vroeger alleen door windkorenmolens gemalen. Putten kende vroeger drie molens. Een ervan stond in het Bijstersebroek nabij school Hoef. Deze molen werd rand 1828 gesticht door Teunis Drost, voordien molenaarsknecht bij Van der Poll op molen “Het Hert”. De molen kwam later in handen van de familie Van Drie. Op de foto zien we molenaar Bartus van Drie met zijn gezin voor de molen staan. Jan van Drie volgde hem later op. Nadat het bedrijf in handen was gekomen van de familie Schuiteman, sloeg in juni 1935 de bliksern in de molen, die tot de grond afbrandde. Hij werd niet herbouwd  

Bartus van Drie en Hendrikje van de Ridder met hun kinderen voor DE BROEKERMOLEN te Putten in ca. 1905 – 1910. Van links naar rechts: onbekend dienstmeisje, dochter Heintje, moeder Hendrikje, vóór dochter Aortje, achter zoon Jan, vóór zoon Grad(dus) en vader Bartus van Drie.

De Vier Winden

Bovenstaande foto lijkt ouder dan onderstaande. Behalve de gebouwde schuur kun je dat ook zien aan de boomlengte van de bomen op de achtergrond bij Molen ’t Hert

 

Vermoedelijk is het een verplaatste Amsterdamse korenmolen. Verbrand in februari 1926. De molen was van G. Huisman.

Teunis Drost molenaar en huurder van “Het Hert” richte in 1828 een verzoek in tot het stichten van een

derde molen in de kom van de gemeente Putten. De eigenaar van het Hert, H. van de Poll bracht hier bezwaar tegenin. Op 27 november 1828 meende de raad dat 2 molens in een gemeente van 2550 inwoners genoeg was.

In 1829 veranderde men van mening en werd toestemming verleend tot bouw van deze molen mits buiten

de kom en op voldoende afstand van “Het Hert”.

Molen ‘De Vier Winden’ is in 1829 gesticht door molenaar Teunis Drost. Later is de molen het eigendom van drie generaties Huisman. In 1926 is de bovenbouw afgebrand. De onderbouw is tot 1978 gebruikt door enkele bedrijfjes. In 1978 is deze gesloopt om plaats te maken voor woningen.

 

Artikel uit het blad De Molenwereld over De Vier Winden en Het Hert 

 


 

Bron; Molenwereld en Het Putten Historisch genootschap

 

 

Geschiedenis Het Hert

terug naar home

terug